Er bestaan meerjarige, tweejarige en eenjarige bloembollen.
Eenjarige bloembollen zijn bijvoorbeeld tulpen en irissen.
Bij tweejarigen denk je aan Galanthus (uw sneeuwklokjes).
Meerjarige bloembollen zijn bijvoorbeeld narcissen.
Voorts kan een schijnbaar enkele bol in feite een groep van 3 bollen zijn,
die bij elkaar gehouden worden door rokken.
Je ziet dan een bol met 3 neuzen.
Deze bol noemt ook wel eens een cluster, die overeenkomt met de pol van een vaste plant.
Bollen worden door sommige tuinders jaarlijks gerooid.
Interesant om weten is dat bollen zowel met een witte huid als een bruine huid gerooid kunnen worden.
Als bijvoorbeeld tulpen (te) vroeg gerooid worden (de bollen zijn onvoldoende bruin gekleurd), dan geven ze lichtere bloemen.
Bollen die later gerooid worden (en bruiner zien) geven wel die mooie gekleurde en gelijk ook zwaardere bloemen.
De bollen met een bruine huid (zoals tulpen) kunnen goed tegen droge en warme zomers.
Bollen die net gekocht werden en nog een (erg) kleine bolmaat hebben, kunnen éénbladers zijn die voorlopig geen bloemen vormen.
De luisteraar heeft tulpen in de tuin geplant en vreest dat ze te donker werden gezet.
Een tulp is een niet-lichtbehoefig gewas.
De bol bevat reservestoffen die beschikbaar komen tijdens de bloemproductie.
Fotosynthese is hiervoor niet nodig.
Maar, indien tulpen te donker worden gezet, schakelt de plant over op vegatieve vermeerdering.
In lichtarme omstandigheden kan er zowel bloemknopval als bloemverdroging zijn.
Een tulp zal de bloem aanleggen, maar dit proces wordt door de plant beëindigd.
Tulpen die té donker staan en dit laten blijken door bloemverdroging, worden best verplant voor zover de tuineigenaar dit zelf zinvol vindt.
Voorts zie je dat de kleur van het blad, stengel en bloem licht blijft. De plant blijft iel en groeit niet stevig.
Dit zijn de signalen van een te donkere standplaats.