1 van de luisteraars stelt een vraag over boompalen.
Soms zie je korte palen, soms zie je lange palen.
De ene keer zie je 1 paal, soms 2 tot 3 of zelfs 4 palen.
De luisteraar staat in de winkel, en weet dus niet hoeveel palen te nemen.
Waarom zetten we boompalen?
De boom die je plant, staat – nogal dikwijls – met kluit en aarde in een jutte zak die met een ijzeren draad samengehouden wordt. De boom heeft niet ongestoord kunnen groeien en werd allicht een aantal keer verplaatst op de kwekerij om een maximale ontwikkeling van het wortelstelsel te hebben, in een verplaatsbare (verplantbare) vracht.
Deze wortelmassa wordt in een plantgat met een losgewerkte grond gezet die de krachten van een windbelasting niet gecompenseerd krijgt.
Jonge bomen worden dus verankerd om het omvallen door een storm te voorkomen.
Hieromtrent werden (hoe kan het ook anders – ooit) studies uitgevoerd waaruit echter blijkt dat net geplante bomen in een humusrijke zandbodem uiteindelijk eigenlijk niet zooo-veel verankering nodig hebben.
Tot windkracht 10 hebben net geplante bomen eigenlijk geen boomverankering nodig.
Tot windkracht 11 houden 74% van de bomen het uit. Tot windkracht 12 is dat 48%.
Onderzoeksbomen waren eiken, edelkastanjes, wilde kastanjes, esdoorns, platanen en linden met de klassieke plantgrootte.
Meer specifiek kan je zeggen dat boompalen vooral dienen om de kluit gedurende korte tijd te fixeren.
Pas gevormde haarwortels kunnen in het losgemaakte plantgat bewegen en mogelijk afbreken. Dat wil je niet.
Algemeen telt dat een boom 2 tot 3 jaar nodig heeft om een kluit voldoende te verankeren in de grond. De boompaal hoeft dus niet duurzaam te zijn en wordt uiteindelijk weggenomen. Je hoeft dus geen dure palen te nemen.