Laten we samenwerken
en hele mooie dingen maken

lizzy.heylen@skynet.be
TEL 0493.105.402
BTW BE 0809.934.944

Inrichting openbaar domein, publieke ruimte, landschap & tuinen

COMPLEXE PROJECTEN

KERKPLEINEN

STADSPARKEN

Een ontwerp is nooit nattevigerwerk...

Ontwerpers starten maar pas van zodra de volledige bestaande toestand gekend is en ook juist werd verwerkt. De verzameling aan gegevens is dikwijls enorm omdat er veel gunningsplichtige werken zijn. Ophoging en afgraving, transport van grond binnen of buiten de werfzone, opbraak, sloop en kap, grondbeheer en juridische aspecten, aanleg verharding of zelfs opbraak van kassei,… en zelfs LON en vrijstaande muren… en afmetingen volgens normenboeken. De bodem en al haar kwaliteiten moeten bovendien gekend zijn. Voorts moeten alle studie’s (zo goed als) afgerond zijn. Als u niet over deze beschikt, zet u het potlood op papier niet neer.

Een schetsboek vol krabbels en klodders

Het ontwerpen zelf vindt zijn oorsprong in een schetsboek of een 3D-visualiseringsprogramma. Schetsen zijn belangrijk want een voorontwerp start eigenlijk maar pas vanaf een goedgekeurd concept.

Foto boven | Shuttestock & Het Laatste Nieuws – de otter is terug in Vlaanderen. Artikel: Het Laatste Nieuws.

Met veel trots aan meegewerkt (niet het artikel – wel de corridor :- ) ) Ik ben zeer content dat ik daar aan heb mogen meewerken.

Ottercorridors

Het de otter zo gemakkelijk mogelijk maken, om het dier alle overlevingskansen te geven. Dat is het doel van de samenwerkingsovereenkomst ‘Otterland’, die maandag werd gesloten in Terhagen (Rumst). “Net hier vonden we bewijs dat de otter terug is in Vlaanderen. Met onder andere de aanleg van een ‘ottercorridor’ willen we zo veel mogelijk hindernissen voor deze soort wegwerken”, zegt Koen Stuyck van WWF Belgium.

“Het is lang onduidelijk geweest, maar ondertussen hebben infrarood-camerabeelden het ons toch bevestigd: de otter is terug in Vlaanderen. Omdat we het dier alle mogelijke kansen willen geven, bestudeerden het WWF, het instituut voor Natuur- en Bosonderzoek en de Universiteit van Antwerpen samen de knelpunten voor de terugkeer van otters in Vlaanderen. Meteen koppelen we aan deze studie ook een samenwerking van WWF, Natuur en Bos, Regionaal Landschap Rivierenland en Regionaal Landschap Schelde-Durme. Zo kunnen we de theorie uit de studie samen in de in de praktijk omzetten”, zegt Stuyck.

Ottercorridor

“Dat net in Kruibeke en Rumst uitwerpselen van de otter werden gevonden, verbaast ons niet. Het waterrijke gebied rondom de Schelde en Rupel is dé ideale habitat voor dit dier. Maar ook hier zijn nog heel veel hindernissen. Zo heeft één otter een leefgebied van minstens 10 vierkante kilometer nodig. Om het dier zo veel mogelijk ruimte te geven in een dicht bebouwd gebied als Vlaanderen, is het belangrijk om ‘corridors’ of verbindingsroutes te maken. In Terhagen zal volgend jaar zo’n ottercorridor worden aangelegd tussen het bestaande natuurreservaat en het water.”

Verkeersknelpunten

“Een tweede manier om het de otter makkelijker te maken, is de harde borders in beton van de rivieren te vervangen door een zachtere overgang met een heleboel planten. Ook willen we de ‘verkeersknelpunten’ voor de otter wegwerken. Uit onderzoek is gebleken dat het dier niet graag onder een brug door zwemt. Daarom gaat de otter de weg oversteken, in Nederland sterft hierdoor jaarlijks maar liefst een vierde van de otterpopulatie. We kunnen dit makkelijk oplossen door onder de bruggen, naast het water, voor oeverstroken te zorgen. Zo is er voor de otter geen reden meer om een omweg te nemen.”

Paraplusoort

“Met deze verschillende, vaak eenvoudige ingrepen kunnen we de otter een heel eind op weg helpen. Deze veranderingen zullen bovendien niet alleen op de otter een positief effect hebben. Het dier is immers een ‘paraplusoort’, wat wil zeggen dat de bescherming of vooruitgang hiervan ook leidt tot de bescherming en vooruitgang van vele andere soorten. Ook voor de mens zijn de gevolgen vaak positief: we krijgen een diverser landschap, meer biodiversiteit, minder wateroverlast en meer.”

Klimaatadaptieve stadsbomen?

Bomen in een verstedelijkte omgeving worden reeds lang owv hun specifieke kwaliteiten gekozen. Grote oppervlakken verharding en bijgevolg verdroging van de bodem, lokale windprofielen en zelfs het hitte-eiland effect zijn ECHT helemaal niets nieuws onder de zon. De verkoelende werking van bomen komt voornamelijk door de schaduw die ze werpen op het hete asfalt. Vandaag de dag wordt evapotranspiratie als belangrijk criteria beschouwd, waarbij soms wordt vergeten dat de verdamping misschien wel eens benauwend kan werken? Wind moet waaien en in dichtbebouwde omgevingen is dat niet altijd evident. Houd er ook rekening mee dat verdamping niet altijd even gemakkelijk gaat of werkt. Bomen moeten bovendien tegen spatwater en toename van het zoutgehalte in de bodem kunnen. Wanneer naar een zo ruim mogelijk assortiment wordt gegrepen, kunnen er bomengroepen ipv bomenrijen gecreëerd worden. Biodiversiteit mag in dit verhaal niet op de achtergrond verdwijnen. Een soortenarme beplanting is nooit aan te bevelen. Hoe groter en ruimer de keuze aan bomen is, des te leefbaarder de omgeving voor de vele diertjes wordt.